Grolman, Anthony-0000.0011

 

 Literatuur

 

- Wilmer, C.C.S., Anthony Grolman (1843-1926, kunstschilder, in: Aalbers, J. e.a. (red.), Utrechtse biografieën, deel 1. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Utrechters. Amsterdam (Boom), Utrecht (Broese Kemink & SPOU), z.j. [208 blz. ISBN 90.5352.165.8], hierin blz. 71-73.

- Krijnen, Paul & Jetty Krijnen-van der Sterre, Grolmans Utrecht, de stad rond 1900. Bussum (Toth) & Utrecht (Het Utrechts Archief), 2008cop. [144 blz. ISBN 9789068684407]. (03-01-1843 - 22-01-1926)

- Inklaar, Ineke, "Echtpaar houdt werk Grolman in ere. Huis na huis, straat na straat zwierig vastgelegd". In: Algemeen Dagblad - Utrechts Nieuwsblad, 22-11-2008, bijlage 'Utrecht Dichtbij', blz. 4-5

- Wilmer, Tolien, "Het Utrecht van Anthony Grolman". In: G M kwadraat (Geschiedenis, geografie, monumenten, musea; erfgoedblad van Utrecht) [ISSN 1571.442X]. 2008 [jrg 8], nr 32 [winter 2008], blz. 12-15

- Kreule, Jeroen, "Anthony Grolman, Utrechter". In: Algemeen Dagblad - Utrechts Nieuwsblad, in de rubriek 'Stadsleven, Van toen', 22-01-2011, bijlage 'Utrecht', blz. 16

- Kreule, Jeroen, "Centraal Museum begon op zolder". In: Algemeen Dagblad - Utrechts Nieuwsblad, 11-12-2014, bijlage 'Utrecht', in de rubriek 'Stadsleven', blz. 16 (In 1988 schreef Tolien Wilmer een boekje 'Museum op zolder' naar aanleiding van een tentoonstelling van 24 aquarellen van Anthony Grolman van de collectie historische voorwerpen, zoals die in 1889 opgeslagen lagen op de zolder van het stadhuis. 05-09-1838 geldt als de officiële openingsdatum van dit Stedelijk Museum van Oudheden, maar het idee werd door burgemeester H.M.A.J. van Asch van Wijck al in 1827 geopperd. Tal van oude voorwerpen in bezit van de stad lagen verspreid te verkommeren. "Als voorbeeld noemt Wilmer de opslag van oude meubels en schilderijen in het voormalige Brigittenklooster. Er lag zoveel turf dat de zoldervloer het in 1816 begaf. De hele turfvoorraad viel op de vlak daaronder bewaarde kunstvoorwerpen. Het merendeel van de schilderijen werd vernield en de licht beschadigde kunstwerken werden bij het venduhuis bij opbod verkocht. Ook op het stadhuis werd een groot deel van de kunstvoorwerpen bewaard. Tot 1823, toen alles elders werd ondergebracht vanwege een verbouwing." De werklieden hadden geen enkel respect voor de voorwerpen, waardoor veel onhersteldbaar beschadigd werd. De burgemeester stelde daarna de tweede verdieping van het stadhuis beschikbaar als bewaarplaats en in 1833 werd voor het eerst gedacht aan de inrichting van een museum. Dat was eerst in het stadhuis, tot in 1891 het pand Het Hoogeland hiervoor werd ingericht. In 1921 werd het Centraal Museum aan de Agnietenstraat geopend.)